Beplantingsplan maken voor je tuin: vijf tips

Winterhard, zon of halfschaduw, humusrijke grond: voor de leek lijken dit soort tuintermen misschien ingewikkeld. Zelf een beplantingsplan maken lijkt misschien niet zo voor de hand liggend, maar met deze vijf tips kun je prima uit de voeten.

Beplantingsplan maken: kun je dat zelf?

Een beplantingsplan is een document waarin jouw favoriete bloemen, planten, struiken en bomen op papier een plek hebben gekregen. Je vindt er informatie over de standplaats, bloeitijd en onderhoudstips. Informatie die je zelf ook kunt vergaren, als je er wat tijd in investeert.

Beplantingsplan voorbeelden

Voor wij met de tuin aan de slag gingen, heb ik een beplantingsplan laten maken. De belangrijkste reden: we hebben een grote tuin en hoewel ik dol ben op tuinieren, had ik weinig kennis over bloemen en planten. Achteraf weet ik: als ik me erin had verdiept, was het mezelf ook gelukt. Uiteindelijk heb ik enkele elementen uit het beplantingsplan gehaald. Daarop ben ik verder gaan borduren. Ik had zelf al een heel duidelijk beeld hoe het moest worden en heb uiteindelijk mijn eigen beplantingsplan gemaakt. Hoe? Dat lees je hieronder.

terras met loungebank en gordijn

1. Maak een moodboard

Op Pinterest verzamelde ik al mijn tuininspiratie op een digitaal moodboard. Sfeerbeelden, mooie planten, gestuukte borders. Een moodboard is zowel binnen als buiten een manier om richting te geven aan je plannen. Op mijn moodboard ontdekte ik al gauw dat er een soort overkoepelend thema in zat: natuur, duin en een vleugje mediterraans. Daar ben ik planten bij gaan zoeken. Ik heb - verrassend - een sterke voorkeur voor witte bloemen. Aan de hand daarvan ben ik een lijstje gaan maken. Mijn favoriete planten voor het beplantingsplan: lavendel, vlinderstruik, siergras, hortensia, bamboe en een magnolia. Deze planten wilde ik sowieso terugvinden in mijn tuin.

2. Doe research naar je favoriete planten

Als je een favorietenlijstje hebt, ga dan op zoek naar informatie over deze planten. Wat voor type grond hebben ze nodig? Wanneer bloeien ze? Zijn ze winterhard? Hebben ze zon nodig? Of zijn het schaduwplanten? Per type kan dit ook weer verschillen, dus doe je research grondig. Het ene type bamboe prefereert zon, de ander gedijt prima in de schaduw. Maak het jezelf niet te moeilijk en kies planten die bij je passen. Een exemplaar dat veel onderhoud nodig heeft, kan je beter laten staan als je geen groene vingers hebt. Dit punt kost even wat tijd. Zie het als nuttige tijdsinvestering.

witte tuinstoelen in een groene tuin

3. Onderzoek je tuin

En dan met name de bodem. Wat voor soort grond ligt er in je tuin? Kleigrond? Zand? Hoe is de samenstelling? Bij een hele natte bodem kan het nodig zijn om drainage toe te passen. Ook de dichtheid van de bodem is belangrijk, zodat de planten goed kunnen wortelen. Een goede graadmeter is de aanwezigheid van regenwormen in de grond: deze dieren houden de grond luchtig.

Bodemtest

Voor je begint met planten, is het goed om de bodem helemaal om te spitten en aanwezige wortels en/of onkruid te verwijderen. Zo begin je met een schone lei. Weet je niet wat voor soort grond er in je tuin ligt? Dan kun je een bodemtest laten uitvoeren. Daarbij krijg je vaak ook een advies voor het type mest dat je kunt gebruiken. Neem een potje mee naar het tuincentrum, vaak kunnen ze je daar al op weg helpen.

close up van een witte anemone

4. Bepaal de ligging (standplaats)

Een border op het zuiden of een stuk grond op het noorden: dat maakt nogal een verschil. Kijk vooraf goed op welke plek(ken) in je tuin je bomen of planten wilt neerzetten. Let goed op zonnehoekjes en schaduwplekken. Ideaal is een mix tussen bloeiende planten en groenblijvende exemplaren. Zo behoud je tuin body, ook na de bloei.

Hoe weet je nu welke plek een plant prefereert? Dat staat vaak op het kaartje. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Zon (minimaal zes uur zon per dag).

  • Schaduw (twee uur zon per dag).

  • Halfschaduw (vier uur zon per dag).

tellima grandiflora langs het tuinpad

5. Combineer en wissel af

Bloeitijd, hoogte, bladkleur en textuur: elke plant is anders. Voor het maken van een beplantingsplan is het belangrijk om verschillende soorten te combineren. Zo ontstaat een natuurlijk resultaat waar je lang plezier van hebt. Om rust en eenheid te creëren kun je meerdere planten van dezelfde soort bij elkaar zetten. Zo heb ik in een van de borders gekozen voor een mix van witte lavendel (acht planten), siergras (vijf planten), pampasgras (een plant) en een vlinderstruik (een plant).

Beplantingsplan border

Bouw op van laag naar hoog: lage planten zet je vooraan, de planten die hoger worden steeds daar achter. Kijk goed naar de verwachtte groeihoogte, ook deze informatie is op het label te vinden. Houd ook rekening met de verschillende bloeitijden: de ene plant bloeit in het voorjaar, terwijl de ander pas in de zomer uitkomt. Door te werken met diversiteit in bloei, heb je het hele seizoen bloemen in de tuin. Leuk voor jou, maar ook voor vlinders, bijen en insecten. Combineer bloembollen met vaste planten, struiken, een boom en eenjarige bloeiers. Zo staat er het hele jaar wel iets in je tuin of border.

Heb jij nog tips voor het maken van een beplantingsplan? Deel ze in de comments!


Misschien vind je dit ook leuk:

Vorige
Vorige

Met deze vijf stappen tover jij die lege muur om tot posterwand

Volgende
Volgende

4x tips voor het budgetvriendelijk inrichten van de kinderkamer