Lichtplan maken: in vier simpele stappen naar een sfeervolle ruimte
Zelf een lichtplan maken is makkelijker dan je denkt. Met een lichtplan bepaal je waar je lampen komen en wat voor soort licht je nodig hebt. Met deze vier stappen creëer je zelf een goed verlichte kamer.
Lichtplan: wat is het?
In een lichtplan bedenk je hoe je de kamer wilt verlichten. Voor je een lichtplan gaat maken, is het nuttig om de verschillende soorten licht te (her)kennen en de ruimte in kaart te brengen. In een lichtplan wordt vaak onderscheid gemaakt tussen basisverlichting, sfeerverlichting, functionele verlichting en decoratieve verlichting. Hoewel er overlap in lijkt te zitten, hebben alle lichtbronnen in de ruimte een andere, eigen functie.
Lichtplan laten maken of zelf doen?
Idealiter begin je al voor een verbouwing met het bepalen van de verlichting, omdat je nog niet gebonden bent aan aansluitpunten. Heb je geen verbouwplannen, dan lijkt de vrijheid in het bepalen van je lichtbronnen beperkt, maar ook daar zijn verschillende opties voor. Een lichtplan maken kan altijd. Met deze vier stappen kun jij zelf aan de slag met een lichtplan voor jouw woning.
Lichtplan maken: zo doe je dat
Stap 1: Teken de situatie
Maak een schaaltekening (bijv. 1:50) van je woonkamer, hotelchique slaapkamer of werkruimte. Dit kun je op papier doen, maar er zijn ook digitale manieren om je woning op schaal te schetsen. Op deze schaaltekening duid je aan waar deuren, ramen en andere vaste elementen zitten - zoals je keuken en open haard. Ook de indeling van de ruimte komt op papier. De bank, eettafel, speelhoek en grote (boeken)kasten. Eventuele eyecatchers, die je extra wilt verlichten, kun je ook in het lichtplan opnemen.
Stap 2: Welke verlichting komt waar?
In bestaande woningen zijn aansluitpunten aanwezig. Vaak vormen deze punten de basisverlichting van de ruimte: deze verlichting zet je vaak het eerst aan. Spots, een hanglamp boven de eettafel of een plafonnière bij de bank. Basisverlichting is vaak direct licht en heeft een egale spreiding. Begin met het intekenen van de basisverlichting.
Om onderscheid te maken in de verschillende soorten lichtbronnen, kun je verschillende kleuren gebruiken of een letter koppelen aan het type verlichting (bijvoorbeeld B voor basislampen). Zo houd je het overzicht. Bepaal waar je sfeerverlichting wilt. Met dit type licht creëer je spanning en hoogteverschil in huis. Kies voor een lamp op de vloer, op een hoge kast of een dressoir. Functionele verlichting plaats je bij de stoel waarop je graag leest of boven de speeltafel van je kinderen.
Stap 3: Lampen kiezen
Kies je voor (inbouw)spots of LED-verlichting? Kijk ook goed naar de lichttemperatuur van de lampen die je aanschaft. De meest gebruikte variant is 2700 kelvin lampen (warm wit). Hoe hoger het getal, hoe koeler de kleur wordt. Wil je kunnen variëren? Er zijn verschillende type lampen op de markt waarvan je zelf de kleur kunt bepalen.
Stap 4: Stijl kiezen
Scandinavisch, retro, minimalistisch of industrieel: speur het internet af naar mooie armaturen en maak, indien gewenst, een moodboard. Wil je een hanglamp boven de eettafel of ga je voor een plafonnière? Doordat je verschillende lichtfuncties hebt ingetekend, kun je ook variëren in soorten lampen. Een vloerlamp naast de bank kan heel handig zijn, maar als je weinig ruimte hebt kun je ook voor een wandmodel kiezen. Kies armaturen die passen bij de stijl van je interieur om eenheid te creëren. Om je interieur optisch te vergroten, kun je kiezen voor lampen met indirect licht. Deze weerkaatsen het licht van je lamp via de muur of het plafond en dat geeft een gevoel van ruimte.
Zou jij zelf een lichtplan maken? Waarom wel/niet?